Onderwijskundige: sta voor je vak!

Op 19 mei 2015 was ik met nog 24 andere onderwijskundigen aanwezig bij een bijeenkomst van Connect, Community of Practice voor onderwijskundigen en opleidingskundigen. Het thema van de avond: ‘welke kennis en vaardigheden heb je naast je inhoudelijke kennis nodig in je werk en hoe ontwikkel je die?’

Tijdens de bijeenkomst gingen onderwijskundigen met 3 jaar of meer ervaring, starters en studenten in gemengde groepen met elkaar in gesprek over de kennis en vaardigheden die zij gebruiken naast hun inhoudelijke kennis, en hoe ze die ontwikkeld hebben. Aan het eind van dit artikel vind je vier tips om meteen toe te passen. Maar nu eerst een verslag van de avond.

De aanwezigen

Persoonlijk vond ik het erg verfrissend om weer eens te kunnen sparren met vakgenoten. Als freelancer ben je toch vooral in gesprek met klanten, en met freelancers uit andere branches. Contact met vakgenoten moet je echt opzoeken. Het overgrote deel van de aanwezigen was werkzaam in loondienst en een deel was nog student. Veel aanwezigen waren werkzaam in een branche waar ze direct of indirect te maken hebben met het ontwerpen en ontwikkelen van leersituaties in de vorm van trainingen, e-learning of curricula.

Onderwijskundigen en opleidingskundigen

Even voor de duidelijkheid: als ik het hierna heb over onderwijskundigen, bedoel ik zowel onderwijskundigen als opleidingskundigen. Hoewel er op deze avond toevallig alleen onderwijskundigen aanwezig waren, denk ik dat de conclusies ook relevant zijn voor opleidingskundigen. Voor lezers die niet weten wat het verschil is tussen deze twee beroepsgroepen: Onderwijskunde is een universitaire studie, Opleidingskunde is een hogere beroepsopleiding. De verschillen zitten voornamelijk in praktijkgerichtheid en theoretische bagage.

Het uitdragen van je vak

Het uitdragen van de uitgangspunten en het belang van jouw vakgebied voor de organisatie waarin je werkt is een vaardigheid waar je misschien niet direct bij stil staat als je van de opleiding komt. Maar als onderwijskundige heb je vaak te maken met uiteenlopende belangen en opvattingen. De aanwezige onderwijskundigen met de rol van projectleider of programmamanager gaven aan dat ze al gauw meer als projectleider gezien werden dan als onderwijskundige, zeker als de functiebenaming daar aanleiding toe gaf. Wanneer jij dan ook nog de enige onderwijskundige bent zal je soms weerstand tegenkomen bij de mensen die jij moet aansturen of adviseren. Met een onderwijskundige bril naar ontwerpvraagstukken kijken is namelijk echt iets dat je leert tijdens de opleiding. Het is dus niet vanzelfsprekend voor anderen, en daarom is het van belang dat je je visie goed kunt uitdragen. Wat zijn de stappen in een ontwerpproces, en wat is het nut daarvan? Waarom is vooraf nadenken over de doelstellingen zo belangrijk? Met name dit laatste werd tijdens de bijeenkomst regelmatig genoemd als een stap die vaak wordt overgeslagen door klanten en collega’s zonder onderwijskundige achtergrond.

Maar ook als je je wel dagelijks bezighoudt met het ontwerpproces, en met meerdere onderwijskundigen werkzaam bent, krijg je regelmatig te maken met ontwerpdilemma’s. Je hebt voldoende inhoudelijke bagage om een kwalitatief hoogstaand product neer te zetten, maar onder druk van tijd en budgetten kan het voorkomen dat je concessies moet doen aan de kwaliteit. Bovendien hebben klanten vaak eigen ideeën over hoe bijvoorbeeld e-learning eruit moet komen te zien: “Er moet wel een toets in hoor!” “En een filmpje!”. Ook dan is het belangrijk om je vak uit te dragen om tot een goed product te komen. In een bedrijf dat als kerntaak het ontwerpen en ontwikkelen van onderwijs heeft, of dat nu traditioneel onderwijs is, e-learning of iets anders, is dat vaak makkelijker dan in een bedrijf waar ontwerpen en ontwikkelen ‘erbij komt’, zoals binnen de meeste onderwijsinstellingen. In het eerste geval heeft het bedrijf zelf al een duidelijk visie op ontwerpen en ontwikkelen, in het tweede geval ben jij met je collega-onderwijskundigen hiervoor verantwoordelijk.

Het ontwikkel van een eigen visie

Om je vak goed uit te kunnen dragen en een product neer te zetten waar de eindgebruiker (student, deelnemer, cursist) echt iets aan heeft, is het belangrijk dat je zelf een duidelijke visie op leren hebt. Je zou kunnen zeggen dat je je onderwijskundige identiteit moet ontwikkelen. Wat vind je belangrijk in leersituaties en waarom? Tijdens de bijeenkomst bleek dat de meesten hun visie doorgaans ontwikkelen tijdens de eerste jaren werkervaring. Het sparren met vakgenoten uit andere branches, zoals tijdens deze bijeenkomst, helpt daarbij.

Het goede voorbeeld geven

Als onderwijskundige vergroot je je geloofwaardigheid door te laten zien dat je leren zelf leuk vindt en dat je er echt iets aan kunt hebben. Leer dus zelf regelmatig bij. Dit is een punt dat voor onderwijskundigen doorgaans geen probleem is. Leren vinden we leuk. Maar dat geldt nu eenmaal niet voor iedereen. Sta je in direct contact met eindgebruikers, deelnemers in een training bijvoorbeeld, geef jezelf dan bloot en laat zien dat ook jij van fouten in het verleden hebt geleerd. En dat je nog elke dag bijleert. Probeer daarnaast motivatie bij de deelnemer aan te boren, ook als die niet evident aanwezig is. Volgt hij de training omdat het hem opgelegd is, vraag hem dan bij aanvang om zijn eigen leerdoelen te formuleren. Wat zou hij van deze training kunnen leren?

Concrete kennis en vaardigheden

Veel aanwezigen gaven aan na(ast) hun studie veel concrete kennis en vaardigheden te hebben opgedaan die ze nu in hun werk gebruiken. Een aantal voorbeelden: schrijven voor lager opgeleiden, een verzameling werkvormen voor gebruik in online en face to face leersituaties, het kunnen geven van trainingen, projecten kunnen leiden, en allerlei kennis en vaardigheden rond ondernemerschap als zelfstandige en binnen organisaties. Veel deelnemers zijn op zoek gegaan naar boeken over het onderwerp, volgden een training, zijn zelf gaan experimenteren, of vergaarden extra kennis en vaardigheden op de werkvloer.

Vier tips om een superonderwijskundige of –opleidingskundige te worden:

  1. Voorkom dat je wordt meegesleurd in de waan van de dag en bewaak je onderwijskundige taak. Dit doe je door je ontwerpkeuzes en –adviezen te onderbouwen: wat is het onderwijskundig nut ervan? Hiermee borg je de kwaliteit van het onderwijs waar jij mee te maken hebt, en houd je voldoening van je werk.
  2. Denk bewust na over je visie. Ben je het eens met de visie in het bedrijf waar je voor werkt? Waarom wel? Waarom niet? Wat is jouw visie?
  3. Geef het goede voorbeeld: leer bij! Volg trainingen, ga naar seminars, lees boeken die je verder helpen in je professionele of persoonlijke ontwikkeling, of volg eens een MOOC. Nuttige kennis en vaardigheden zijn, afhankelijk van de branche waarin je werkzaam bent:
  1. Praat veel met vakgenoten, ook buiten het bedrijf waar je werkt. Het houdt je fris en up-to-date. Kom bijvoorbeeld naar het Connect zomerfestival op 11 september!

Ik ben vast nog een aantal belangrijke zaken vergeten te vermelden. Voor de deelnemers aan deze bijeenkomst: vul me aan! Voor anderen: wat vind jij belangrijke kennis en vaardigheden van onderwijskundigen, los van de inhoudelijke kennis die we tijdens de studie opdoen?

Deze blog is ook verschenen op www.getmeconnected.nl